top of page
Calculator

Spaarhypotheek

Een spaarhypotheek is een combinatie van een hypotheek en levensverzekering. Je maandelijkse lasten bestaan uit hypotheekrente en de verzekeringspremie. De premie bestaat uit een spaardeel en een overlijdensrisicopremie. De verzekering is meestal verbonden aan de hypotheek. Op de einddatum wordt het gegarandeerde kapitaal uitgekeerd, waarmee je de hypotheek kunt aflossen. Als de verzekerde tussentijds overlijdt, komt het gegarandeerde kapitaal eveneens vrij.

De hypotheekrente is gelijk aan de spaarrente. Als de hypotheekrente wijzigt, verandert ook de spaarrente. Daardoor verandert vervolgens ook het bedrag dat je aan spaarpremie betaalt.


Het is nu niet meer mogelijk om een nieuwe spaarhypotheek af te sluiten. Had je al vóór 1 januari 2013 een spaarhypotheek afgesloten? Dan mag deze gewoon doorlopen. Je mag deze spaarhypotheek ook nog oversluiten naar een andere geldverstrekker, of meenemen bij verhuizing.

Verder kan je de spaarhypotheek oversluiten naar een bankspaarhypotheek. Vanaf 1 april 2013 is het daarbij niet meer mogelijk om het eindkapitaal te verhogen of de looptijd te verlengen.


Depositogarantiestelsel

Het kapitaal dat je opbouwt in je levensverzekering valt niet onder het depositogarantiestelsel (DGS) van De Nederlandsche Bank. In geval van faillissement van de verzekeraar wordt je vermogen dus niet beschermd via deze regeling. Wel geldt de opvangregeling voor levensverzekeraars. Deze opvangregeling gaat minder ver dan het DGS en geeft geen harde garantie.


Voordelen:

  • Je lost niet direct af op de hypotheek. Je profiteert daardoor maximaal van de renteaftrek. Heb je een Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW) als levensverzekering? Dan bouw je belastingvrij vermogen op in box 1. Bij andere kapitaalverzekeringen bouw je vermogen op in box 3. In bepaalde gevallen is dit vermogen onbelast.

  • Een hoge hypotheekrente betekent een hoge spaarrente en dus een hoog rendement.

  • Je maandelijkse bruto lasten aan rente en premie zijn minder gevoelig voor rentewijzigingen. De spaarrente is namelijk gekoppeld aan de hypotheekrente. Dit heet de rentedempende werking. Stijgt de rente, dan daalt je premie. Daalt de rente, dan stijgt je premie.

  • Als je een kapitaalverzekering in box 3 hebt (zie verderop), ben je in fiscaal opzicht niet verplicht om de uitkering te gebruiken voor het aflossen van je hypotheek. Je mag de uitkering ook voor andere doeleinden gebruiken. Over het algemeen is de kapitaalverzekering wel verpand aan je geldverstrekker. Deze gaat er van uit dat je de uitkering wél gebruikt voor de aflossing. Wil je het geld anders besteden? Bespreek dit dan tijdig met je geldverstrekker en informeer naar jouw mogelijkheden.


Nadelen:

  • Als je een levensverzekering hebt, ben je meestal gebonden aan fiscale regels.

  • Een lage hypotheekrente betekent een lage spaarrente en dus een laag rendement.

  • Je maandelijkse nettolasten kunnen stijgen als de rente daalt en de premie stijgt. Dit komt doordat je renteaftrek mist.

  • Als je overstapt naar een andere geldverstrekker, kun je de polis meestal niet meenemen.


bottom of page